1.-Bunker frank_halmans_550_04
Bunker, 2013 (l) en Vergeet het verleden, 2008

De ‘between’ tussen herinnering en feitelijke waarneming is het domein van beeldhouwer Frank Halmans (1963). Een schemergebied tussen waken en slapen, van mijmeren en wegdromen. In die contreien ontbeer je alle grip op de werkelijkheid. Ook het minder imaginaire, fysieke spanningsveld in de scheiding tussen binnen en buiten, privaat en publiek valt in Halmans’ territorium. Zijn kunst openbaart zich in een vorm die zich ontleent aan dagelijkse (gebruiks)voorwerpen en architectuur: tafels, bedden, stoelen, lampen, boeken, dan wel flats, vitrines , vensterbanken, wachtruimtes, ja zelfs bunkers. De kunst van Frank Halmans laat je graven in je eigen geheugen en maakt er het sluimerend archief wakker. Hoe vaak heb ik niet geprobeerd om aan de hand van Halmans’ beeld De slaapkamers waarin ik nog wakker word, het spoor in het geheugen terug te zoeken naar het slaapkamertje uit mijn eigen jeugd, de logeerkamer bij opa en oma of mijn peettante in Arnhem. Aan de hand van zijn herinneringen modelleerde Halmans in opeengestapelde maquettes zijn vroegere slaapkamers. Hoe die er aan de Bemelerberg in Bemelen of de Merwedekade in Utrecht uitzagen, krijg je met moeite te zien, een blik op het interieur wordt je nauwelijks gegund. Maar een lantaarnpaal die zich op een van zijn tekeningen als bedlampje door het slaapkamerraam naar binnen werkt, beklijft des te meer. Net als Halmans’ logeerkamertje, verbeeld als ledikant, waarin overdwars vier kleine logeerbedjes gelegd zijn. Elk bedje met een speciale betekenis en levendige fantasieën.

2.-De-slaapkamers.... 2a
De slaapkamers waar ik nog wakker word, 1996 – 2008 (l)
Tekening met bedlampje

Frank Halmans is romantisch ingesteld, met een hang naar vroeger. Hij koestert zijn herinneringen die hij in afzondering wil bewaren, zo lijkt het. Het geheugen van de kunstenaar als verzamelgebied van kleine, onbetekenende of nietige gebeurtenissen, bepalen de rijkdom van zijn beelden. Wat Halmans opnieuw beleeft, kruipt in de hoofden van de beschouwers. Als een reisbureau dat je naar je eigen herinneringen laat toeren. Dat is wat de kunstenaar wil bereiken: de herinnering even werkelijkheid laten worden. Zelf zegt hij erover dat hij daarvoor de voorwaarden schept, ‘iets mentaals op gang brengen, dat je een plek hebt waar een reis kan beginnen or waar een gedachte zijn oorsprong vindt’.

halmans4
Logeerbedden, 1998. Collectie Centraal Museum Utrecht

De eerste publicatie over Frank Halmans is een vouwblad van de Jan van Eyck Academie waar Halmans van 1987 tot 1989 studeerde. Op de binnenpagina’s staat een oude foto van een archeologische afgraving, waarop vijf jonge gravers voor de camera poseren. Twee patronen, gehuld in zwarte mantels, met bolhoed en een dikke sigaar in de hand, de archeologen zelf vermoed ik, slaan het tafereel gade. Aan dit zandschap voegde de kunstenaar drie rood-witte piketpalen toe. En Halmans nam er een gedicht van Gerrit Achterberg in op, iedere dichtregel gevangen binnen de lijntjes van een huishoudboekje.

HET NAMELOZE…

Het nameloze, doelverlatene van dit:
tussen mensen in te zijn als een
tussen de stenen van de straat verloren steen;
o dood getal in lege som alleen.

Herfst neem mij bij uw blaren,
deze September is te wit
om alleen in te dwalen
en ik ben als een blad alleen.

Laat mij weer worden aarde
met aarde over mij heen;
de ene vorm die mij bewaarde
is heen.

Uit het gedicht spreekt een verlangen naar plekken waar geschiedenis, vergankelijkheid en het verstrijken van de tijd een rol spelen, waar het ongrijpbare zich afspeelt. Dingen die geweest, maar nog steeds relevant zijn, zijn voor Halmans essentieel. Tegen dat tijdsverschil stelt hij zich te weer. Als kunstenaar wordt het voor hem interessant als het chronologische tijdsverloop wordt opgeheven. Dit motief is tot de dag van vandaag met Halmans’ kunst verbonden.

6
Insula Dei, 2004

Onlangs exposeerde Halmans bij Circa…dit, projectruimte voor beeldende kunst in Arnhem: VOL LEDIG. Centraal in de ruimte stond Insula Dei uit 2004, een arrangement van schemerlampen, vijftien grote en drie kleine, enkele brandend, de lampenkappen voorzien van een vaalgroen bladermotief. Ertussen een houten bankje met een kussentje en een glas water. Het geheel stond op een vloerkleed, dat vroeger vele huiskamers sierde. Naar mijn gevoel is dit een sleutelwerk in Halmans’ oeuvre. Insula Dei is vernoemd naar Nescio’s gelijknamige verhaal, waarin de ik-figuur Dikschei en de lood- en zinkwerker Flip den Oever in het ijskoude en bezette Nederland van 1941 bij de kachel herinneringen ophalen aan de avonturen, die zij twintig jaar eerder beleefden. Hoor Flip nu zeggen: ‘Ik ben een eiland, een groot eiland met alles erop. Bezet, daar heb ik nooit aan gedacht. Mij niet. Hoe kan iemand mij bezetten? Dat gaat buiten mij om. Mijn eiland is een klooster. Zonder muren, een groot klooster’. Wat Halmans beroert, komt met deze uitspraak in alle eenvoud in deze sculptuur bij elkaar. De alledaagse schemerlampen, losgekoppeld van hun oorspronkelijke functie en getransformeerd tot dragers van Halmans’ ideeën, brengen op dit eiland met zijn onveilige en onzekere omgeving, innerlijke, wezenlijke en nostalgische gevoelens naar boven.

8 9
Atelier op 21 januari 2014

De grens tussen binnen en buiten manifesteert zich in de kunst van Frank Halmans nadrukkelijk in zijn vitrines. Zijn atelier ligt ook in zo’n grensgebied, te midden van weilanden, het schuurt de snelweg. Alle materialen die Halmans gebruikt om zijn kunstwerken te bouwen, en de voorwerpen die hij in zijn kijkkasten plaatst, zijn te koop bij een doe-het-zelfzaak of op een rommelmarkt. Zonder twijfel liggen Halmans’ wortels in de internationale kunststroming Arte Povera, een kunst die met povere middelen werkt, in veel gevallen ook afval. Niet dat Halmans’ atelier vol ligt met waardeloos materiaal, integendeel. De kunstobjecten en die honderden voorwerpen zijn systematisch uit het zicht opgeborgen of zorgvuldig in een hoek gestapeld. De werkplaats is professioneel ingericht. Dat Halmans er zo intensief met zagen en timmeren of met gips en beton in de weer kan zijn, valt op het eerste gezicht niet eens zo op. Hij is een bouwmannetje, kan alles bouwen wat hem voor ogen komt. Evenals de Arte Povera-kunstenaar geeft Halmans inhoud aan zijn werk. Hoe en wat hij construeert blijft altijd zichtbaar, en de esthetiek staat voorop.

10 11
Tentoonstelling bij Heden, 2007

Begin deze eeuw werd de kunstuitleen in Den Haag stapsgewijs ingebed in het concept van een kunstcentrum, waarna in 2007 de stoffige naam Artoteek kon worden opgedoekt. De transformatie en naamsverandering naar Heden, vierden we met een solo van Frank Halmans. Heden biedt toegang tot kunst, en zette in zijn debuutjaar een trainingsprogramma voor potentiële verzamelaars en kunstkopers op. De kunst van Halmans, als een persoonlijke verzameling van gekoesterde en bewerkte herinneringen, sloot hier naadloos op aan. Ook als een fysieke verzameling van toegankelijke kunstobjecten die de kunstenaar in iedere presentatie, afhankelijk van de context, telkens van een andere betekenis kan voorzien. Markant aanwezig in de eerste expositie van Heden was de stofzuiger in de vorm van een miniatuurflat. Zet je deze herriemaker aan, dan vullen de kamers en het trappenhuis zich met het opgezogen stof: de flat als stofzak, waarin het vuil achterblijft. Het stof is afkomstig uit de kunst die hij in zijn atelier maakt of uit de expositieruimte waar hij het apparaat laat zien. Halmans construeerde ook enkele kruimeldieven als bungalow. Ooit sierde de aankoop van de KS 100 de rubriek ‘ Wie koopt dat nou?’ in de Volkskrant. Joep van Lieshout bleek de koper.

12. Mijn atelier als stofzuiger 2001, Heden 13
Mijn atelier als stofzuiger, 2000. Collectie Heden (l)
De lange nacht, 2006. Collectie Heden

Voor zijn uitleencollectie verwierf Heden ook enkele opmerkelijke beelden. Al in 2001 was dat Mijn atelier als stofzuiger, waarvan we ons toen wel eens afvroegen of een bedrijf zijn imago met een dergelijke stofzuiger zou willen opkrikken. Ook De lange nacht uit 2006 werd aangekocht, negen afgedankte boeken op een plankje, met een touwtje huiselijk aan elkaar gebonden. Aan weerskanten zijn voor- en achtergevel geperforeerd, inclusief kozijnen en sponningen. De boeken zijn tot in detail uitgesneden en zo tot woning verworden. ‘De overeenkomst tussen een boek en een maquette is dat je er fysiek niet in kunt, maar geestelijk wel. In boeken kun je wonen, je slaat het open, stapt op de zinnen en laat je meevoeren’, liet hij in een radio-interview met Wim Noordhoek weten, die met enige regelmaat in De Avonden aandacht aan het werk van de kunstenaar besteedde. De meest extreme van deze boekenbouwsels is M.K. uit 2013, ook bij Circa…dit te zien. Het is een opengevouwen exemplaar van Mein Kampf, waarin de plattegrond en het interieur van een bunker zijn uitgesneden. De betekenis ervan laat zich raden. Zeer recent vervaardigde Frank Halmans een serie betonnen bunkertjes. Ik denk dat koolmezen het een riant nest zullen vinden en er zonder gevaar kunnen verblijven.

14.-M.K
M.K., 2013

In 2008 organiseerde Heden de spraakmakende tentoonstelling, ‘Het huis, de kamers 2’. Op twee plekken in Den Haag: zowel in kunsthuis 7X11 in de Vinexwijk Ypenburg, als in de tentoonstellingszaal aan de Denneweg. Voor deze gelegenheid verdeelde tentoonstellingsmaker Marten Hendriks het huis in segmenten, waarin hij kunstwerken, design en teksten vermengde, op een wijze waarop je dat normaliter in een huis zou doen. Naast de kunst van Ruben Bellinkx, Mark Manders, Niels Post, Thomas Rentmeister, Marjan Teeuwen, Levi van Veluw of Edwin Zwakman nam het werk van Halmans een centrale plek in. Kijkers konden zich vergapen aan De bewoonde vensterbank, een grote, ondiepe vitrine voorzien van raamkozijn aan de voor- en gesloten gordijnen aan de achterzijde. De kunstenaar stalde in deze kijkkast een bed en de nodige huiselijke voorwerpen uit, die steeds meer menselijke trekjes gingen vertonen. Veel voorwerpen komen uit de privésfeer, uit inboedels. De kunstenaar geeft ze een nieuwe publieke functie, waardoor ze een ander verhaal vertellen: omgedraaide wekkers, die je pruilend aankijken, twee kop en schotels met meerdere oortjes op een vies bruin bijzettafeltje, of het nachtkastje met een souvenir, een schelp met de tekst Mare Tranquilitatis. En Kast SYB, een open kast met schappen, verrijkt met gehamsterde blikken en aardappels beneden; een voorraad kopjes, theedoeken en wc-rollen in souterrain, huis- en slaapkamer; onder de nok dozen met kleren en dekens.

15 16
Sad machines, 2007 (l)
Z.T. (niet mijn kopje thee), 2005

Een veilig omhulsel moet een huis voor Frank Halmans zijn, dat structuur geeft aan ’s mens bestaan. ‘Mensen zijn niet zo nomadisch als ze zich voordoen’, merkte hij ooit op. In dat verband wordt zijn kunst wel in relatie gebracht met de verblijfplekken van Atelier Van Lieshout, die vooral pretenderen nomadisch te zijn. Echter, de ruimtes van Halmans zijn verblijfplaatsen, waarin men zich met zijn herinneringen kan afzonderen, niet letterlijk maar geestelijk. In die zin is La Disparition ook zo’n oorspronkelijk werk: een compleet huis, waarvan de breedtemaat van de kamers, keuken, gangen en meubels verkleind en versmald zijn tot een kwart van de werkelijke maat. Nergens kun je liggen of zitten in deze smalle ruimten met hun ranke bedden en meubels. Bewoners zijn er ook in geen velden of wegen te zien. Het beeld is een ode aan de gelijknamige novelle van Georges Perec.

17
Bewoonde vensterbank, 2004

Openbare ruimte

Onlangs is een ontwerp van Frank Halmans bekroond, voor een beeld ter ere van Mondriaan. Halmans bedacht voor Mondriaans geboortehuis in Amersfoort een hek, voorzien van kralen in de typische Mondriaankleuren, zoals die ook aan kinderboxen zitten. Het moet het eerste in een serie van vijf monumenten worden, die de kindertijd en jeugd van Mondriaan symboliseert. Het lijkt me een bekroning van Halmans’ werk in de openbare ruimte, waarin hij zijn sporen al lang en breed heeft verdiend. Voor het eerst kreeg ik het in het vizier, toen hij in 1998 voor het gerenoveerde Buitenhof in Den Haag een beheerderruimte en hekwerk voor een bewaakte fietsenstalling vervaardigde. De typische Haagse koffiehuizen verschaften hem de nodige inspiratie. Onder het oog van de daar gelegen Israëlische ambassade, die tijdens de constructie van het bouwwerk dagelijks controleerde op het plaatsen van explosieven, vormde de fietsenbeheerplek een mooi en evenwichtig ensemble met de gerenoveerde kiosk van Berlage en de lantaarnpalen annex zitbanken van Piet Zwart uit 1924. Na enkele omzwervingen door de stad heeft Halmans’ gebouwtje zonder zijn goedkeuring de functie van wachthuisje gekregen, voor beveiligers van het Binnenhof. Met zijn geblindeerde ramen maakt het nu een naargeestige indruk. Schandelijk hoe een gemeente met kunst in de openbare ruimte kan omspringen.

19 Halmans 2
Kunsttoepassing tramhalte Van Limburg Stirumplein, Amsterdam 1997 (l)
Beheerderruimte voor een bewaakte fietsenstalling, Den Haag 1998 

Halmans heeft veel op met ontmoetingsruimtes. Al in 1993 plaatste hij een oude treinbank in een wachtkamer van een oud stationnetje zonder uitzicht. Het panorama van het landschap is gevangen op ingelijste fotootjes, die de rugleuning van deze antieke zitbank sieren. Een andere kunsttoepassing staat op het Van Limburg Stirumplein in Amsterdam, een wachtruimte voor de tram, als ontmoetingsplek voor bewoners en verlengstuk van hun huiskamer, waar men zich met bronzen sanseveria’s nog even thuis kan voelen. Het wachthuisje completeerde hij met een peperbus op een sokkel, te gebruiken als aanplakzuil, voorzien van een spreekgestoelte, als verzamelpunt voor demonstraties.

Onlangs fietste de kunstenaar in mijn kop mee op een tocht ten noorden van San Francisco. We belandden daar op een uitkijkplek die associaties opriep met Halmans’ follies, uitkijk-architectuur zoals hij in de Biesbosch plaatste. Welgevormde plekken om weg te dromen, te navelstaren en herinneringen (over het landschap) op te halen. Zulke kunst in de openbare ruimte prikkelt de verbeelding. Wat speelt zich bijvoorbeeld af in de miniatuurtuintjes van thermisch verzinkt staal, die Halmans in 2007 onder elkaar aanbracht op de hoek van het Lumaxgebouw in Utrecht? Enkele takken zijn zichtbaar, maar raad zelf maar wat er in die Giardini Segreti voorvalt.

20 21
Uitkijkpost met drinkbak voor dieren in de Biesbosch, 2008 (l)
Uitkijkpost bij Point Reyes, California, VS, 2012 (niet van Halmans)

De rood-witte piketpalen die Halmans al op de Jan van Eyck Academie gebruikte, komen in overvloed terug in een recent werk, Overall in de Boterhuispolder bij Leiderdorp. Een tijdelijk monument met het landschap als podium. Het moest de ongebreidelde uitbreidingsdrift van projectontwikkelaars weerstaan, die de polder ten koste van het traditionele boerenbestaan wilden volbouwen. Halmans plaatste er over een lengte van honderden meters een waslijn, gevormd door 218 piketpalen en staalkabels, waaraan 1200 boerenoveralls in verschillend blauw hingen. Dit wapperende scherm stelde op spectaculaire wijze de verhouding tussen stad en platteland aan de orde, en bakende nadrukkelijk de grens tussen beide leefgebieden af.

Overall van Frank Halmans Leiderdorp juni 2011
Overall, 2011

Een kunstvorm ten slotte die fascineert, is zijn verzameling insecten. Frank Halmans verzamelt ze in alle soorten en maten, noteert nauwgezet hun soort, de vindplaats en datum in een boekhoudboekje. Als voorstudie, werktekening of als weergave van een ordinaire vlieg. Ze worden geprepareerd en geconserveerd, systematisch en geordend in laden opgeborgen. Eens in de zoveel tijd tekent hij ze na en exposeert hij hen voorzien van de vergaarde informatie.

Halmans vindt het thema in zijn werk, de grens tussen een fysieke en een mentale plek, nogal aan de zware kant. Maar de wijze waarop hij erin slaagt dit thema op luchtige wijze en met de nodige humor toegankelijk te maken, bestempelt hem tot een compleet kunstenaar. Ik kan er als kijker zeer opgewekt van worden, en met mij vele andere beschouwers. Bekijk die bouwsels nog maar eens die zo hartstikke fout in elkaar zitten: ramen die naar binnen opengaan, terwijl de sluiting aan de buitenkant zit, ramen die niet dicht kunnen omdat op de vensterbank een lullige bloem staat, een deur die tegen een wasbak klemt, traptreden die verkeerd zitten of een kapstok die buiten hangt. Of zijn wandsculpturen die op het eerste gezicht normaal zijn in industriële gebouwen, totdat je bemerkt dat de kraan, de afvoer of de gasleiding op het elektriciteitsnet is aangesloten. Hoe langer je kijkt, hoe leuker het wordt en hoe verder je naar de betekenis van dit alles zoekt. Het werk van Frank Halmans is wel eens oer-Hollands genoemd, vanwege het spel dat hij speelt met spiegelingen, doorkijkjes, ramen met gekleurde ribbeltjes, raamkozijnen op sokkels, glas in bovenlichten of vensterbanken met cyclamen. Ze vormen het volmaakte beeld, waarin de vermeende werkelijkheid van vroeger zich vanzelfsprekend door associaties vormt.

Weinig kunstenaars zijn meer gedreven dan Frank Halmans. Hij is dat op het maniakale af. Zoals hij op absurde wijze kan combineren, stapelen of van schaal doet veranderen, en betekenissen kan verdraaien. Met zijn poëtische benadering van de werkelijkheid is hij een van de meest oorspronkelijke kunstenaars die met alledaagse voorwerpen een diep spoor door de tijd trekt en ondertussen je geheugen opfrist. Deze oer-Nederlandse beeldhouwer, van Limburgse afkomst zou buiten de landsgrenzen ook niet misstaan. Ziezo!

24 25
Recente collages in het atelier (l)
Frank Halmans en curator Marten Hendriks tijdens de opening van VOL LEDIG bij “Circa…dit” in Arnhem op 9 januari 2014.

Geraadpleegde literatuur

Nescio, Insula Dei. Amsterdam: Querido, 1972.
Jelle Bouwhuis, Noodverlichting. Frank Halmans. Amersfoort: Hermen Molendijk Stichting / Centrum Beeldende Kunst, 1999.
Het huis, de kamers 2. Den Haag: Heden, 2008.
Frank Halmans, Here/Hier. Heijningen: Jap Sam Books, 2010.
Gerrit Achterberg,Het nameloze…’. In: Verzamelde gedichten . Amsterdam: Querido, 1964, p. 83.

Heden heeft in 2007 ter gelegenheid van zijn nieuwe naam een kunsteditie van Frank Halmans uitgegeven: ‘De grijze haren van de kunstenaar’. Nog te koop!

6 reacties

  1. Met plezier gelezen. Frank zou een mooi overzicht in een goed museum moeten krijgen. (Ik schreef zelf over hem op mijn blog en had dat ook al eens eerder gedaan).

  2. Dit verhaal heb ik geactualiseerd en met 7 andere verhalen gebundeld in mijn boek ‘Breekijzer op het geheugen’, dat begin januari 2017 is verschenen bij uitgeverij De Zwaluw. Het is te koop voor € 12,60 inclusief verzendkosten.

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *