Kunstenaarscollectief HCAK 1988 v.l.n.r. staand: Chris Winkler (overleden), Ori Ben Zeëv, Liesbeth van der Meent, Maarten Schepers, Willem Speekenbrink, Edith en Paulien (stagiaires) hurkend: Hanny Hazenbroek, Philip Peters en Hetty Looman
Rond 1980 zagen in enkele grote steden alternatieve tentoonstellingscircuits het licht, veelal opgericht door kunstenaars uit onvrede met het lokale geïnstitutionaliseerde kunstbeleid. Wie kent niet De Zaak in Groningen, het Amsterdamse Aorta of De Fabriek in Eindhoven? In Den Haag namen zo’n vijftien kunstenaars in 1978 het initiatief voor de oprichting van het Haags Centrum voor Aktuele Kunst (HCAK). Voor de Residentie gold dat er binnen het bestaande galeriecircuit amper mogelijkheden waren om werk op een door hen gekozen, experimentele wijze, te tonen. Teveel traditionele kunstenaars gaven, vooral in de toen wel stoffige ruimten van Arti, Pulchri en de Haagse Kunstkring, de toon aan en het Gemeentemuseum voerde nauwelijks een programma als het om eigentijdse kunst ging. Na een wat tumultueuze aanloopperiode betrok het HCAK een voormalig winkelpand aan de Wagenstraat 173a, midden in het oude centrum, dat toentertijd tot stadsvernieuwingsgebied was verklaard. Het kunstenaarscollectief van het HCAK bestond niet louter alleen uit beeldende kunstenaars. De leden waren ook afkomstig uit de theaterwereld en de improviserende muziek, waarin Den Haag lange tijd een uitzonderlijke traditie had. Kunstenaars van het eerste uur waren o.a. Rien Monshouwer, Hugo van Valkenburg, Ori Ben Zeëv, Danny Knaän, Gilius van Bergeyk, Torsten Müller en Philip Peters die tot aan het bittere einde, in 1996 de voortrekker zou zijn. Twee witte, kraakheldere, relatief kleine maar intieme zalen voor de tentoonstellingen en presentaties en een derde voor concerten en manifestaties kregen de kunstenaars tot hun beschikking. De muziek zou al snel verdwijnen. (meer…)